Een scooterongeluk: dat zal mij niet overkomen. Toch?
“Stop! Stop! Kijk uit!” Kary knijpt met al zijn kracht in de remmen. Hij ziet de botsing niet aankomen. Ik wel en zet me schrap voor de klap die gaat volgen. Achterop een scooter op Lombok gaat het mis. Ongelukken gebeuren overal. Ook op reis. Dit keer overkomt het mij. Vandaag lees je over mijn scooterongeluk op Lombok.
Dat zal mij niet overkomen
Ik zie ze overal in Zuid-Oost Azië: toeristen met schaafwonden en grote pleisters aan één kant van hun lichaam. Het zijn typisch de verwondingen die je oploopt bij een scooterongeluk. De littekens die je eraan overhoudt noemen ze een Thailand tattoo; ook daar zijn brommeromgevallen aan de orde van de dag. Net als elke andere reiziger, dacht ik ‘dat zal mij niet overkomen’. Gelukkig maakt die gedachte me niet overmoedig en sta ik erop dat ik altijd een helm draag. Ook als de locals me uitlachen en zeggen: “dit is Nederland niet. Hier wordt niet gecontroleerd!” Na vandaag weet ik weer waarom dat zo belangrijk is.
Geen openbaar vervoer
“Ben je er klaar voor?” Voor mij zie ik Patrick en onze gids Musa optrekken. Ik voel nog even of het bandje onder mijn kin goed vastzit. “Yes, I’m ready!” Kary start de motor en vertrekt. Op Lombok is er nagenoeg geen openbaar vervoer. Het eiland is klein en de bewoners verplaatsen zich per brommer. Wie rijk is heeft een auto. In het kleine dorp waar wij verblijven spring je achterop een brommer als je een taxi bestelt. Onze chauffeurs nemen ons mee naar een waterval, op zo’n 40 minuten rijden.
Toerist achterop? Dat gebeurt niet vaak
Ik ervaar meteen het voordeel van achterop zitten. Ik kan eindeloos om me heen kijken naar de prachtige omgeving. Mijn telefoon met Googlemaps blijft lekker in mijn tas zitten. Kary weet de weg. Op de kilometerteller wiebelt de wijzer tussen de 40 en 50. Patrick en Musa rijden voor ons. Hij kijkt af en toe achterom en steekt een duim op om te vragen hoe gaat. Ik zwaai vrolijk terug. Het gaat goed!
Kary vindt het heel wat, zo’n toerist achterop. Dat gebeurt niet vaak. In gebrekkig Engels vraagt hij waar ik vandaan kom. Verder dan dat komt hij niet. Hij draait zijn spiegeltje bij zodat hij me kan zien en knikt af en toe om te checken of het nog goed gaat.
Stop! Stop! Kijk uit!
Voor ons rijden twee dames op een brommer. Ze wijken uit naar rechts. Ik weet niet meer of hun knipperlicht aan stond. Ze slaan af naar het winkeltje langs de straat. Kary ziet het niet en wil ze inhalen. Ik zie het wel en begin te schreeuwen: “Stop! Stop! Kijk uit!” Kary knijpt met al zijn kracht in de remmen. We maken teveel vaart om nog te kunnen stoppen. Ik weet al wat er gaat gebeuren en zet me schrap voor de klap die volgt. Ons voorwiel knalt op de zijkant van de brommer voor ons. Plastic platen knarsen, metaal piept. Ik word gelanceerd en land als eerste op mijn hoofd. Daarna schuif ik nog een paar centimeter door over het asfalt voor alles stil wordt en ik besef wat er is gebeurd.
Hij heeft geluk gehad
Patrick! Waar is Patrick? Ik kijk op en zie hem nietsvermoedend aan de horizon verdwijnen. Shit. Er komt een menigte op ons afgerend die zich in een kringetje om het ongeluk verzamelt. Mijn hand doet pijn, maar verder werkt alles nog. Dan schiet het me te binnen dat Kary geen helm droeg. ‘Je wordt hier toch niet gecontroleerd..’ Voorzichtig krabbel ik overeind en val bijna weer om van de duizeligheid. Ik zie hem naast de brommer liggen. Hij trekt een pijnlijk gezicht en grijpt naar zijn schouder. “Ben je op je hoofd gevallen?” Vraag ik hem. “I’m so sorry miss, I’m so sorry.” Ik kniel naast hem neer om zijn hoofd te inspecteren. Het lijkt erop dat hij geluk heeft gehad. “Kun je je arm bewegen?” Ik doe een draaibeweging voor en hij doet me na. Niks gebroken.
Toeschouwers doen niks
Intussen staan er zo’n 15 toeschouwers om ons heen. Niemand doet wat. Ze staan allemaal te kijken. Even denk ik aan de berichten uit Nederland over omstanders die de boel gaan filmen voor Facebook. Dat doen ze gelukkig niet. Langs de weg zie ik de dames van de andere brommer. Één van hen zit gehurkt op de grond en houdt haar bloedende hand vast. Ik ga naast haar zitten. Ze is helemaal bleek, trilt en staart in het niets voor zich uit. Ze lijkt in shock. Voorzichtig pak ik haar pols en zie dat ze een flinke snee in haar pink heeft. De wond is vies van het zand. “Ik heb water nodig,” roep ik naar de mensen die nog steeds apathisch om ons heen staan. “Water!” Roep ik gefrustreerd.
Niet naar de dokter
“Wat is er gebeurd? Hoe gaat het met je? Heb je iets bezeerd?” Patrick komt met grote ogen van de schrik op me afgerend. “Het gaat goed. Ik heb eerst water nodig om haar wond schoon te maken, maar niemand doet wat!” Blaf ik naar hem. Patrick komt meteen in actie en drukt 10 seconden later een fles water in mijn hand. Voorzichtig spoel ik het bloed en zand van de vingers van het meisje. Ze trekt een pijnlijk gezicht en kijkt weg. Onze gids Musa stelt voor om haar naar een dokter te brengen. Ze wil niet, want dat kost geld. Patrick aarzelt geen moment en stelt voor dat wij betalen. De rekening is 1,20 euro.
Op zoek naar een pleister
De brommers doen het nog, de dames zijn naar huis en de menigte druipt langzaam af. Patrick stelt voor om ook even langs de dokter te gaan. “Al is het maar voor een beetje betadine op die schaafwond.” In het kleine kantoor staat een bureau met stapels papieren, verpakte injectienaalden en medicijnendoosjes. Tussen de rommel slingert een verdwaalde stethoscoop. De dokter druppelt het bijtende middel op de wond en laat haar assistent zoeken naar een pleister. Alle kastjes en trommels gaan open, maar nergens is een pleister te bekennen. Na een paar minuten zonder resultaat komt de assistent aangesneld met een groot wondgaas. De dokter knipt het verband in stukken, zodat het op mijn hand past. Het blijft welgeteld 10 minuten zitten.
Eind goed al goed
Een helm zit niet lekker. Je haar gaat ervan in de war en met de Aziatische hitte ga je er alleen maar meer van zweten. Toen ik vlak na de botsing opstond keek ik nog eens goed naar mijn helm. Ter hoogte van mijn voorhoofd was de lak eraf gekrast door het asfalt. Dat had mijn hoofd kunnen zijn. Zelfs de zonnebril die ik droeg is doorgebroken. Wat ik ben blij dat ik tóch elke keer braaf een helm draag. En mijn hand? Ach, de schaafwond heelt wel weer. In het ergste geval houd ik er mijn eigen Thailand tattoo aan over. Mijn hand heb ik licht gekneusd. Met een stevig drukverbandje en genoeg rust gaat dat ook wel weer over. Net als vroeger, als ik van mijn fiets viel. Een ijsje en een knuffel en het is over. Eind goed al goed.
De All Day Every Nieuwsbrief
Wil je na dit verhaal over het ongeluk met de scooter op Lombok nooit meer een verhaal missen? We schrijven vaker dit soort verhalen en delen onze beste tips. Meld je aan voor onze All Day Every Nieuwsbrief en je mist nooit meer een artikel. Je krijgt 1 keer in de maand een selectie handige, altijd leuke, soms grappige verhalen en tips in je inbox. We spammen je niet, we vermaken je alleen 😉 Meld je nu aan en krijg een selectie van handige digitale recepten uit Lekker koken met restjes cadeau! Klik hier om je aan te melden. Wil je elke week een mailtje krijgen met de nieuwste verhalen? Klik dan hier voor de All Day Every Update.
Meer lezen na dit verhaal over de scooter op Lombok?
1. Ik móet naar de tandarts in een ontwikkelingsland. Alweer.
2. Ik moet, maar ik kan niet meer. Over de zwaarste dag van de EBC
3. Hong Kong: een Chinese massage zonder happy end
4. Reizen is niet alleen maar leuk: 24 lange uren op weg naar Istanboel
5. India here we come! Of toch niet? We mogen niet mee
- 15 January 2019
- 2 Comments
- 1
Linda | One Day Trip
16 januari 2019Jeetje, dat is wel even schrikken hè! Maar wat goed dat je een helm droeg! Dan worden we maar uitgelachen door de locals...
Daisy
23 januari 2019Hi Linda, zeg dat wel. Ik krijg nu elke keer kippenvel als ik backpackers in bikini zonder helm voorbij zie sjezen... Ik ga ook niet meer achterop bij locals die zelf geen helm dragen. Ik ben heel streng ;-) Haha!