Giechelen… en tranen in mijn ogen
Ik ben net wakker en gedoucht. Het is vannacht heel laat geworden. 4 uur thuis. We hebben nog wel een biertje gedronken voor we gingen slapen. Om alles even te verwerken. Maar ik heb slecht geslapen na vannacht.
Ik had havendienst. Er kwam een boot aan om 23.30 uur. Er is hier een organisatie die gezonde maaltijden en thee maakt voor de vluchtelingen die aankomen in de haven. Wij gingen helpen uitdelen. Het schip was eerder dan verwacht dus toen we aankwamen liepen de eerste honderden al naar buiten.
Ik denk dat er in totaal meer dan duizend mensen van de boot kwamen. Zo hongerig en uitgeput. Een oude man in een rolstoel. Heel veel gezinnen met kleine kinderen, baby’s. Ze hebben iets van twaalf uur op de boot gezeten. Daarvoor natuurlijk de reis van Turkije naar Kos, zoals we dat steeds in het nieuws zien. En echt, ik heb geen kind horen huilen! Ik weet niet of ze afgestompt zijn, te moe om nog te huilen of gewoon ijzersterk.
Wij hebben iedereen eten gegeven. Het ging er goed in. Dat is fijn. We konden niet blijven helpen opruimen, want we moesten snel terug naar het Victoriaplein. Veel gezinnen die nog geen kaartje hebben voor de bus naar Macedonië of nog moeten wachten op geld voor een kaartje gaan naar het Victoriaplein. Ze zijn in een vreemd land en hebben geen idee waar ze naartoe moeten. Behalve het Victoriaplein, dat is bekend, want daar zit het Moneygramkantoor en het kantoor voor buskaartjes. Maar ook de mensensmokkelaars.
Op weg terug naar het plein namen we een gezin mee en een jongen uit Afghanistan. Die hebben we halverwege afgezet bij een kamp waar nog net genoeg plek was. Die jongen reist helemaal alleen. Hij studeerde rechten in Kabul en zijn broer werkte voor het Amerikaanse leger. Nu wordt zijn familie bedreigd. Hij zat net wat te scrollen door zijn Facebook toen zijn vader kwam en zei: “Je moet nu gaan!” Hij heeft zijn spullen gepakt en is aan de reis begonnen die zijn vader in het geheim al voor hem voorbereid heeft. Smokkelaars zijn betaald, kaartjes gekocht. Hij wilde niet, maar hij moest. Onderweg kreeg hij een bericht van zijn oom dat zijn vader is vermoord door de Taliban. In Turkije weigerde hij in de gammele boot te stappen waar volgens hem veel te veel mensen in zaten. De smokkelaar hield een pistool op hem gericht en zei: “Instappen of ik maak je dood.” Op zee is hij zijn rugtas met zijn enige bezittingen verloren omdat hij ruimte wilde maken voor een kind. Nu is hij hier. Hij heeft gehoord dat hij op het Victoriaplein moet zijn. Maar wij hebben hem daar weggehouden. Hij is veel te lief. Hij overleeft het daar geen dag.
Op het plein vonden we ongeveer vijf gezinnen. Er is hier nog een andere organisatie actief die ons heeft geholpen twee gezinnen naar een opvang te brengen. Inmiddels zitten de meeste opvangplekken wel vol. Ik vond een gezin uit Afghanistan met zeven(!) kinderen op een bankje. Ze spreken geen Engels en het was moeilijk te achterhalen wat hun plan was. Met handen en voeten kon ik opmaken dat ze van plan waren buiten te slapen omdat ze geen geld hebben voor een hotel en hier moeten wachten tot familie geld stuurt. Dat kan natuurlijk niet. Die kinderen, zo lief. De oudste was ongeveer twaalf en de jongste nog een baby. Sommigen hebben een muts, maar geen sjaals of handschoenen. Ze zaten te bibberen op het bankje. Ik snap niet hoe ze de reis hiernaartoe hebben overleefd. Hoe hebben die ouders al die kinderen bij elkaar kunnen houden. De jongste vier moeten nog aan hun hand worden meegenomen. In de ogen van de moeder zag ik radeloosheid. Ze weet het niet meer. Toen ik duidelijk had gemaakt dat we ze naar een opvang wilden brengen zei de vader “nee”, want “no money”. Maar dat geeft niet. Uiteindelijk hebben we het hele gezin mee gekregen en zijn we met de metro naar het hotel gegaan. Inmiddels was het bijna 1 uur ’s nachts.
De hele weg heb ik met twee kleintjes hand in hand gelopen. Ik denk dat ze misschien 3 en 4 waren. Ze vertrouwden mij volledig en knepen stevig in mijn hand. Het jongetje rechts van mij keek af en toe lachend omhoog. De roltrap bij de metro was echt hilarisch. Even wachten tot ze hun voeten erop durfden te zetten en hop, daar gingen ze. Het jongetje stond op twee treden tegelijk en toen die uit elkaar gingen viel hij bijna voorover. Ik trok hem terug. Ze moesten verschrikkelijk giechelen daarvan. Die kinderen zijn zo sterk. Ze hebben niet één keer gehuild terwijl we best ver moesten lopen en ze heel erg honger hadden. In het hotel hebben we ze alles gegeven wat we bij ons hadden. Water, mandarijntjes en koekjes. Alles werd lief verdeeld en gulzig opgegeten.
Ze kregen een grote kamer met vijf bedden. Eigenlijk twee kamers, maar ze bleven liever bij elkaar. Dat snap ik ook wel. Ik heb ze daar achter gelaten in de hoop dat ze eindelijk even goed kunnen slapen. Vandaag gaan twee jongens van ons nog even langs om ze warme kleding en sokken te brengen, zodat ze goed zijn voorbereid op de koude tocht die ze nog moeten maken. Als ik aan die lieve, onschuldige gezichtjes denk moet ik bijna huilen. Zelfs nu ik dit weer opschrijf springen de tranen in mijn ogen. Zij hebben hier niet voor gekozen. Ze zijn nog zo klein. Ik wil niet denken aan wat ze nog te wachten staat. Het leven is zo hard voor ze. Nu al! Kon ik maar een heel groot huis kopen waar al die gezinnen veilig kunnen wonen.
Van 14 januari tot en met 26 januari ben ik in Athene om voor Stichting Bootvluchteling te werken. Ik wil proberen om tussendoor zoveel mogelijk foto’s, video’s en verhalen te delen, maar kan niet garanderen dat ik regelmatig updates plaats of meteen reageer op vragen of berichten. Ik hoop dat je mijn keuze om ter plekke te helpen waardeert en mijn bijzondere avontuur de aankomende weken gaat volgen. Voor updates kun je mij volgen op Facebook en Twitter.
Onder de indruk van dit verhaal? Dan wil je dit ook lezen:
1. Kinderen op Victoriaplein willen vlinder, prinses of tijger zijnf=
2. Geen zon, zee en strand, maar vluchtelingen helpen
3. Top 7 meest duurzame reizen
4. Een slecht begin of de perfecte start?
5. Zij slijten hun dagen op de koude tegels van Athene
- 24 January 2016
- 1